In gesprek met Jan Jonker: auteur, onderzoeker en hoogleraar Duurzaam Ondernemen
Grote projecten gewoon dóen. Zo simpel zou het volgens Jan Jonker, hoogleraar Duurzaam Ondernemen aan de Radboud Universiteit Nijmegen, moeten zijn. Met zijn werk begeeft hij zich op het snijvlak van duurzaamheid, transitie en nieuwe businessconcepten. Samenwerken om duurzame systeemveranderingen aan te zwengelen blijft daarbij het sleutelwoord.
Afgelopen september sprak Jan de Duurzame Troonrede uit en alhoewel hij zo zoetjesaan aan het eind van zijn carrière is gekomen, zijn geraniums niet zo zijn ding. Het radicale vuur is nog niet geblust, zoveel is duidelijk. ‘Ik geloof oprecht in een veerkrachtige, energieke samenleving. Maar dan moeten we niet bij de eerste tegenslag op de rem gaan staan. Zullen we dat ‘Ja, maar…’ gewoon even parkeren? En aan de slag gaan?’
Je hebt duidelijk een groen hart. Aan wat voor duurzame projecten lever jij graag een bijdrage?
Gelukkig is het debat over duurzaamheid, circulariteit en biodiversiteit de laatste jaren wat volwassener geworden. Dat betekent ook dat de periode van kleine plannetjes en probeersels een beetje achter ons ligt. Niet dat we kleine projecten moeten afschrijven, maar daarmee gaan we de magische grenzen van 2030 of 2050 simpelweg niet halen. Waarmee wel? Met complexe projecten, van voldoende schaal, die alle duurzame vraagstukken aan elkaar verbinden. De energietransitie kunnen we bijvoorbeeld niet los zien van biodiversiteit of sociale inclusie. Dat betekent niet dat ik die ene wijkbewoner niet waardeer die zijn straat wil enthousiasmeren voor guerrilla gardening. Zelf verzorgen we met onze buurt ook zo’n 70.000 bijen en dat is natuurlijk hartstikke mooi. Maar als we naar de opgaven kijken die voor ons liggen, dan kunnen we niet anders dan concluderen dat we grote projecten nodig hebben om deze te adresseren. Als ik dus in de Raad van Toezicht mag zitten, voor een project over AGV-afval in 27 gemeenten, dan doe ik dat.
Soms is het zo verwarrend dat iedereen het woord duurzaamheid anders interpreteert. Wat is jouw definitie?
Het begrip duurzaamheid is de laatste jaren overal opgeplakt en daardoor helaas ontzettend uitgehold. Ik denk dat we het eenvoudig moeten houden. We moeten verrekte zuinig zijn op wat we hebben en dat niet kapotmaken voor de generaties na ons. Daarbij moeten we ook kijken naar onze ecologische infrastructuur. Kunnen we hetzelfde doen met radicaal minder gebruik van water, vervoer, energie, grondstoffen en pesticiden? Wat betekent het als we beton maken met minder water en zand? Als we minder gaan vervoeren? Of als we geen pesticiden meer in onze spijkerbroeken stoppen? Uiteindelijk leven we niet op het platteland, maar in een maatschappij van organisaties. En uit die organisaties moet de duurzaamheid komen. Wat dat betreft zie ik duurzaamheid als een organisatiekundige vraag. En ik denk dat we het radicaal anders moeten doen, als we dat vraagstuk op willen lossen. Minder vervoeren, minder vliegen, minder de natuur slopen. Besparen dus, iets wat tijdens de lockdown eigenlijk best aardig lukte.
Precies, we hebben allemaal een pauzeknop ingedrukt. Wat hebben we als samenleving nodig om tot die nieuwe, duurzame werkelijkheid te komen?
Zonder enige vorm van dramatiek mogen we constateren dat het water ons aan de lippen staat. We hebben lang geprobeerd om randjes af te vijlen, maar het roer moet nu duidelijk om. Geen pappen en nathouden, maar fundamenteel systemen veranderen. Maar ja, hoe krijg je zo’n systeemverandering? Tussen zeggen dat er eentje moet komen en het daadwerkelijk creëren ervan zit nogal een gat. In de Duurzame Troonrede benoem ik dat we moeten nadenken over ons belastingsysteem: als je grondstoffen duurder maakt en vervuiling zwaarder gaat belasten, verschuift het accent in je verdien- en organisatiemodel. De consequentie is natuurlijk dat we meer gaan betalen voor bijvoorbeeld vliegen, maar we betalen dan wél een eerlijke prijs. We leven namelijk in een economie waarin we de prijzen afwentelen op mensen uit verre landen of op de natuur, zoals bossen, water en lucht. En daar betalen we zelf nauwelijks of niet voor. Hoe kan dat shirtje bij die prijsvechter anders slechts vijf euro kosten? Mensen worden boos als je daaraan wilt tornen, maar als we serieus voor een transitie kiezen, dan gaan we over de hele bandbreedte eerlijk voor producten of diensten dokken.
Hoe zie je dat voor je? Een radicale omwenteling of een stappenplan?
Natuurlijk kan dat niet van de een op de andere dag, maar een stappenplan van enkele jaren moet haalbaar zijn. Ik blijf het namelijk merkwaardig vinden dat we in Nederland streven naar een duurzame, circulaire economie, maar ondertussen overheidsgeld uitgeven aan het in stand houden van een oliegedreven bedrijfstak. Wat als we die fiscale bevoorrechting nu eens systematisch afbouwen en het vrijgekomen geld stoppen in het bevorderen van duurzame energie? Het is duidelijk dat we een andere weg in moeten slaan, maar dat lukt alleen als we durven investeren in andere bronnen. Hoe sneller, hoe beter: maar met een concreet stappenplan uitgesmeerd over tien jaar ben ik ook al erg tevreden. Overigens ben ik blij met de huidige EU-commissie die met allerlei transitieplannen komt, dat is heel positief. Natuurlijk zit de devil hem in de uitvoering ervan, maar er wordt binnen Europa steeds meer baanbrekend werk verricht. Daar mogen sommige andere werelddelen, die systematisch bezig zijn hun aanpak af te breken, een voorbeeld aan nemen.
Je zegt terecht dat we het thema breed moeten bekijken en oppakken. Maar we zijn ook met zijn allen burgers. Dus hoe zorg je ervoor dat burgers en bewoners zelf de transitie gaan bevorderen?
Dan kom ik graag met een Delftsblauwtegeltje. Voor mij is het sleutelwoord samen waarde creëren. Hoe geef je veranderingen vorm en hoe kom je samen tot nieuwe, betere concepten? Ik vind dat we dit niet voldoende scherp hebben. We werken bijvoorbeeld aan regionale energiestrategieën, maar betrekken de burgers daar nauwelijks bij. Maar als we écht willen transformeren, dan moeten burgers, bedrijven en overheid samen afspraken maken en vrijblijvendheid laten varen. Stedelijke businessmodellen, noem ik dat. Nieuwe, slimme en vooral collectieve concepten die direct veel volume hebben. Zoals de wijkenergiebeheerder die samen met bewoners nieuwe afspraken maakt over de collectieve verdeling en het beheer van stroom. Natuurlijk zien veel mensen dan direct beren op de weg, maar tijdens een transitie moet je die beesten recht in de ogen durven kijken. Anders verandert er nooit iets.
Wat zou je burgers en bewoners met duurzame plannen adviseren?
Gezonde zelfreflectie kan geen kwaad. Waar ligt jouw kracht? Wat zijn je zwakke plekken? Verzamel vervolgens mensen om je heen die kunnen wat jij niet kan. Versterk elkaar. En het belangrijkste advies: ga het gewoon doen. Spreek regelmatig met elkaar af, bespreek ideeën en plannen en schiet in actie. En doe dat vanuit een zuivere opvatting. Je kunt wel meteen denken aan het geld dat je met je initiatief kunt verdienen, maar je kunt ook uitgaan van de veilige, schone wijk die het oplevert. Daar ligt de echte winst, zo creëer je pas echt collectief waarde. Dus zoek elkaar op, van straat tot straat en van wijk tot wijk. Slinger je project op grote schaal aan en denk wat verder dan de energievoorziening voor je eigen broodrooster en wasmachine.
Als je spreekt over collectiviteit, dan is diversiteit binnen een groep natuurlijk ook belangrijk. Zodra je verschillende types in een groep zet, verbreden de thema’s. Hoe denk je daarover?
Dit soort projecten werken alleen als je op een plezierige manier tolerant bent. Als voor jou bijvoorbeeld groen in de wijk belangrijk is en voor mij voordelige stroom, dan moeten we dat met elkaar verenigen. Niet in de valkuil trappen dat jouw groen anderhalve euro waard is en mijn stroom twee euro. Transitie is samen het bestaande afbreken en het nieuwe met elkaar opbouwen. En erkennen dat het fout kan gaan, zonder in paniek te raken bij de eerste hobbel op de weg. Ik geloof oprecht in een veerkrachtige, energieke samenleving. Maar dan moeten we niet bij de eerste tegenslag op de rem gaan staan. Zullen we dat ‘Ja, maar…’ gewoon even parkeren? En tolerant samen door blijven prutsen aan een betere wereld?
Mooi! Welke projecten inspireren jou?
Was het maar waar dat we over de voorbeelden struikelden. Een sterk voorbeeld is natuurlijk de bewonersvereniging Eva Lanxmeer in Culemborg: echte pioniers die al jaren aan een ecologische wijk bouwen. Maar ook een dorp als Hengelo in Gelderland, waar opeens een hele wijk zelfbestuur kreeg over de energievoorziening en dat combineerde met een boomgaard en bijen. De drie noordelijke provincies tonen ook lef, door te stellen dat waterstof de toekomst heeft en daar ook naar te handelen. Maar over het algemeen is het nog veel te mager. Zo hebben we op dit moment een woningbouwopgave van honderdduizenden woningen in Nederland. Waarom gebruiken we een deel van die woningen niet meteen als transitietraject? Om er selfsupporting systemen van te maken, met stroom en het kweken van eigen groenten? De Nederlandse woningbouw mag wel wat meer lef en fantasie tonen. Het gaat niet alleen om metselen en steen.
Ter afronding. Wat zou je zeggen tegen je twintig jaar jongere zelf?
Weet je, ik zou graag dertig willen zijn met de kennis van nu. Het is jammer dat het zo lang duurt voordat je een beetje doorhebt hoe de dingen in elkaar steken. Achteraf gezien zou ik willen dat ik veel eerder aan grote projecten was begonnen. Het is pas tien jaar geleden dat ik startte met het volstrekt krankzinnige idee om in een paar maanden tijd met vierhonderd mensen het boek Duurzaam Denken Doen te schrijven. Het werd ook nog eens een megabestseller. En het aardige is dat je dan opeens een voorraadje moed aanlegt en denkt: hoppatee, volgend project!
Dus tja, mijn belangrijkste levensles? Wacht niet te lang, dat kunnen we ons als mensheid ook helemaal niet permitteren. We hebben allerlei hippe termen bedacht als crowd thinking, crowd power en weconomy, maar de essentie is en blijft simpel. Vorm groepen van gelijkgezinden, ga samen duurzame dingen doen en accepteer de blauwe plekken die je ongetwijfeld oploopt. Bovenal: ga aan de slag!
Jan’s inspiratiebronnen:
- Youtube ‘Duurzame Troonrede’ (2020)
- Boekje ‘Duurzame Troonrede’ (2020)
- Tedx Zwolle ‘WEconomy’ (2015)
- MOOC New Business Models (2018)
- Boek (e-boek gratis) ‘Duurzaam Organiseren’ (2020)
- https://www.nieuwebusinessmodellen.nl
Beluister de Podcast Duurzaamheid #HOEDAN?! hier
Wil je geen Podcast Duurzaamheid #HOEDAN?! missen?
Abonneer je dan hier via Apple Podcast.
Vind je deze Podcast waardevol? Beoordeel dan via Apple Podcast.