Kees Aarts, CEO van Protix, over insecten, groene profielen en schadelijke bijprocessen
Toen Kees vroeger een slang wilde, moest hij zelf een terrarium bouwen van zijn ouders. Die ondernemingsdrift heeft hem veel gebracht. Via een studie luchtvaarttechniek, oftewel ‘de gaafste studie ter wereld’, naar een vette leaseauto bij organisatieadviesbureau McKinsey.
Toch was het dat niet helemaal. En na een duiktrip, waarbij de schade door overbevissing voelbaar werd, wist hij waarom. Samen met Tarique Arsiwalla richtte hij Protix op, een bedrijf dat op grote schaal insecten kweekt op voedselresten. Deze insecten worden vervolgens verwerkt in veevoer en voedsel voor vissen én vormen ook een natuurlijke meststof voor planten
Waarom? Omdat insecteneiwit een veel kleinere impact heeft op het klimaat dan andere eiwitten.
Het bleek een schot in de roos want in 2019 opende Protix een insectenfabriek en in 2020 volgde een lijn met producten voor menselijke consumptie. En er zijn volop plannen voor internationale uitbreiding.
In dit artikel lees je alles over Protix, groene profielen in organisaties en de schadelijke bijproducten van je corebusiness. Oh ja, je verwacht het niet, ook over luiers.
Vijf vragen aan Kees
Wanneer werd voor jou echt duidelijk dat het mis was in de wereld?
‘Dat ging spelen toen ik net begon te werken. Ik zat in een groep die snel carrière kon maken door bij bankiers, consultants en oliebedrijven te werken en dat begon toch te knagen. Waarom creëren we daar zoveel waarde mee terwijl we al sinds de jaren zestig weten dat deze bronnen eindig en funest voor het klimaat zijn? Als ik bij een congres of een vergadering was, werd dat onderwerp altijd snel weggewuifd: ‘Welnee, de invloed van de mens is helemaal niet zo groot en we hebben olie gewoon hard nodig!’. Terwijl je ontzettend veel dingen gewoon simpel kunt uitrekenen om tot een totaal andere conclusie te komen. Als je alle ijskasten in de wereld uit zou zetten, zou alleen dat al een effect van 0.1 tot 0.2 graden maken. Zeggen dat onze bijdrage aan klimaatverandering niet groot is, is dus gewoon onzin. Dat jij het niet wil geloven omdat het makkelijker is, dát is een ander verhaal.’
Je benoemde eerder dat we het voedselsysteem moeten veranderen. Wat bedoelde je daarmee?
‘Uiteindelijk gaat alles om hoofdprocessen. Om de corebusiness van elke organisatie. En het hoofdproces van ons voedselsysteem heeft helaas als bijproduct heel veel schadelijke afvalstromen. Vervuiling, meer co2 in de lucht en al dat soort zaken meer. De visserij en de landbouw leggen als primair productieproces zo ongelooflijk veel beslag op onze natuurlijke bronnen. Dat heeft natuurlijk consequenties. Die consequenties hebben overigens een vertragend effect, dus alles wat we nu afremmen of stoppen sukkelt nog even door voordat we daar de vruchten van kunnen plukken. Daarom is het zo belangrijk dat heel veel mensen, of we nu consument, ondernemer of ambtenaar zijn, hun verantwoordelijkheid pakken.’
Jij hebt die verantwoordelijkheid genomen met Protix. Waar kwam het idee vandaan?
‘Dat onze natuurlijke bronnen onder druk staan, realiseerde ik me extra hard toen ik ging duiken en de schadelijke effecten van overbevissing zag. We vissen de oceanen leeg om die vissen als voedselbron voor andere dieren te gebruiken. Die druk moet omlaag, maar het moet natuurlijk wel ergens anders vandaan komen. Die vraag naar eiwitten blijft, daarom ben ik gaan uitzoeken of insecten een alternatieve eiwitbron konden zijn. Dat zijn ze, en door insecten te kweken op voedselresten, hebben we een nieuwe grondstof ontwikkeld die de druk op het natuurlijk systeem verlicht. Niemand had daar nog serieus naar gekeken, het is echt een gat waar we in zijn gesprongen.’
Hoe heb je dat aangepakt? Was het een leuke hobby of wist je meteen dat het groot kon worden?
‘We hebben het wel meteen groots aangepakt door ingenieurs binnen te halen, een projectmatige techniek te ontwikkelen en financiering te regelen bij investeerders. Verder hebben we vooral veel geprobeerd en geëxperimenteerd. Fouten durven maken is een van de belangrijkste dingen als je echt wat innovatiefs neer wilt zetten. Niet alles is gelukt, maar dat is natuurlijk part of the game. Het kost bloed, zweet en tranen en we hebben fouten gemaakt in alle fases: van PowerPoint naar pilot naar productie, maar dat hoort erbij. Soms moet je gewoon de ambitieuze broek aantrekken, als dat tenminste bij jou en je organisatie past. En jezelf vooral niet uit het veld laten slaan. Veel mensen zagen beren op de weg en vonden het zelfs een ‘stom plan’. Maar wij geloofden er heilig in en kijk waar we nu staan. Voor elke fabriek die we bouwen kunnen we ongeveer twee- tot drieduizend hectare aan primaire productie vervangen. En honderdduizenden zalmen voeren die geen visvangst meer nodig hebben.’
Hoe blijf je de groene harten binnen je organisatie voeden?
‘Ons product en ons duurzaam karakter trekken veel jong talent aan. Ik denk dat we de beste mensen binnen hebben. Ze zijn innovatief en hebben een pioniershart en dat komt ook door de manier waarop we ons groene profiel opbouwen. In onze ontwikkeltrajecten besteden we bijvoorbeeld veel aandacht aan hoe we duurzaamheidsdoelen onderdeel laten zijn van persoonlijke targets. Hoe maken we medewerkers groendenkend en groenuitvoerend? Daar maken we steeds grotere stappen in.’
‘Ook groene mensen lukt het soms niet, zo blijkt maar weer. We hebben drie kinderen en we begonnen enthousiast aan de heilige graal van duurzame babyspullen: de herbruikbare luier. Een belangrijk product, want die afvalberg van volgepoepte luiers is natuurlijk gigantisch. Maar ik denk dat daar ook meteen de schoen wringt. Die berg is namelijk zo gigantisch omdat de normale luier een fantastisch uitontwikkeld product is. Soms zijn producten zo comfortabel dat een andere weg kiezen heel lastig wordt.
Shit, niet gelukt!
We hebben het serieus geprobeerd, maar er kleefden voor ons te veel nadelen aan. De herbruikbare luier is duurder, wat we niet erg vonden. Als je meer middelen hebt, heb je tenslotte ook de verantwoordelijkheid om ze aan te spreken. Maar de herbruikbare luier kost ook meer tijd en meer gedoe. En dat werd met een drukbezet leven en drie dochters van zes, vier en nul echt een opgave. We hebben deze poging daarom maar geschaard onder het lijstje: ‘Shit, niet gelukt, wel geprobeerd!’. Want dat is precies waar de strijd tussen je innerlijke idealist, activist en pragmatist om draait. Je kunt ze helaas nooit allemaal tegelijk aanboren.’
‘Als er in het verleden iets bedreigends op ons afkwam, dan beukten we er gewoon doorheen. We lieten ons niets in de weg staan en dat heeft ons het welvaartsniveau van vandaag de dag gebracht. Helaas gaat die welvaart ook gepaard met dreigingen, zoals klimaatverandering. Er komt een muur op ons af die zo hoog, breed en dik is dat eromheen lopen niet lukt. Ook eroverheen klimmen is geen optie en er doorheen breken al helemaal niet. De manifestatie van die muur zijn overstromingen, extreme en onvoorspelbare weerpatronen en geopolitieke veranderingen. Dat is destructief en ik denk dat we een periode van grote onzekerheid ingaan.
Brute kracht
Toch ben ik niet pessimistisch. Wat we nodig hebben, is een trapje om over die muur te klimmen. We moeten innovatief en slim genoeg zijn om er niet met brute kracht doorheen te willen breken. En dan vinden we na die muur een nieuwe wereld. Maar dan moeten we wel bereid zijn om er écht wat aan te doen. Als we het ‘project duurzaamheid’ hebben opgelost, dan hebben we twee transities achter de rug: een transitie rondom energie en een transitie rondom voedsel. Dat betekent dat we geen chemische spelletjes meer spelen met co2 en dat we de disbalans met stikstof hebben aangepakt. Pas dan hebben we een gezonde dynamiek met de natuur en onze leefomgeving gerealiseerd.’
Is optimisme een plicht?
‘Dat ligt een beetje aan de situatie waar je in verkeert. Ik vind het niet van iedereen erg als ze pessimistisch zijn of de puf niet hebben om hun steentje bij te dragen. Omdat ze al in een moeilijkere positie zitten, bijvoorbeeld. Ik vind het wel erg als iemand de middelen, de hersenen en de resources heeft om zich in te zetten en dan oneigenlijke argumenten gebruikt als: ‘Ja, maar in China…’ of ‘Mijn bijdrage verdwijnt in het grote geheel’. Zo lust ik er ook nog wel een paar.’
Luistertip!
‘Die to live van Volbeat vind ik wel een lekker rocknummer. En het zegt ook iets wezenlijks over het leven. Uiteindelijk is het allemaal eindig voor ons mensen, maar niet voor de aarde. Die dendert wel door, ook al hebben we er een potje van gemaakt. Maar in het licht van die eindigheid moet je natuurlijk wel blijven genieten van al het moois.’
‘Er zijn al honderdduizenden duurzame plannen blijven steken op een of andere boardroomtafel. Dit is geen melancholische klaagzang over verlamming, maar ik denk dat we allemaal wel weten dat veel goeie initiatieven stilliggen. Dat moeten we doorbreken, of we nu zelfstandig ondernemer zijn of bij de overheid of een bedrijf werken. Doe het gewoon. Elke stap, elke activiteit en elk begin telt.’
Beluister de Podcast Duurzaamheid #HOEDAN?! hier
Wil je geen Podcast Duurzaamheid #HOEDAN?! missen?
Abonneer je dan hier via Apple Podcast.
Vind je deze Podcast waardevol? Beoordeel dan via Apple Podcast.